Diabetes Mellitus 

Diabetes Mellitus word ook wel een auto-immuunziekte genoemd. Dit houd in dat je lichaam zich verzet tegen zichzelf. Bij Diabetes Mellitus is de glucosestofwisseling verstoord.

 Je houd in dat het lichaam niet meer goed de glucosehuishouding kan regelen. Op jongere leeftijd komt het mee voor bij mannen en pas op latere leeftijd komt het ook meer bij vrouwen voor. 

 

Normaal gaat de regeling van de glucosehuishouding automatisch. Er is insuline nodig om het glucose goed in het bloed opgenomen te laten worden. Zonder Insuline kan het glucose niet worden opgenomen in het bloed. Alleen zenuwcellen kunnen glucose opnemen zonder dat daar insuline voor nodig is. 

Insuline zorgt ervoor dat glucose in glycogeen word omgezet in de lever. Insuline zorgt er ook voor dat de bloedglucosespiegel lager wordt. Insuline word geproduceerd in de eilandjes van Langerhans. Een gezond volwassen persoon heeft 40 IE (internationale eenheden) nodig per etmaal om goed de dag door te komen. 

 

Diabetes Mellitus heb je in drie verschillende vormen, Diabetes Mellitus type 1, Diabetes Mellitus type 2 en zwangerschapsdiabetes. Als je last heb van Diabetes Mellitus dan blijft het glucosegehalte niet op pijl. Het glucosegehalte kan hoger worden maar het kan ook lager worden.  Als het lager is dan heb je last van een hypoglykemie en al die hoger is van een hyperglykemie. Hiervoor zijn verschillenden kenmerken. Als je last hebt van een hypoglykemie kan je last hebben van de volgende kenmerken. Wisselend humeur, hoofdpijn, moeheid,  bleekheid, honger, zweten, duizeligheid, beven en slecht zien. Bij een hyperglykemie heb je ook een aantal kenmerken waar je aan kan zien of iemand hier last van heeft. Moeheid, slaperigheid, droge tong, vaak plassen en dorst. 

 

Bij Diabetes Mellitus type 1 is het lichaam (bijna) helemaal gestopt met het produceren van insuline. De bètacellen in de eilandjes van Langerhans zijn dood. 

Diabetes mellitus type 1 word behandeld door middel van elke dag of meerdere keer op een dag het bloedglucosegehalte te meten. Ook is het van belang om elke dag insuline te spuiten of een insuline pompje te dragen.  Diabetes mellitus type 1 is niet te genezen. 

 

Bij Diabetes Mellitus type 2 komt de aanmaak van insuline te laat of komt het te traag op gang als de glucosespiegel omhoog gaat. Hierdoor zou een hyperglykemie kunnen ontstaan. De bètacellen lijken bij Diabetes Mellitus type 2 over belast.  Diabetes Mellitus type 2 word ook wel ouderdomsdiabetes genoemd en het  is over het algemeen goed te behandelen, ook komt de laatste tijd ook Diabetes Mellitus type 2 voor op jongere leeftijd. De behandeling is gebeurt met behulp van gezond eten, veel bewegen. Vaak met orale medicijnen voor de bloedsuiker, bloeddruk en het cholesterol. Het komt ook voor dat mensen insuline moeten toedienen bij zichzelf, maar dit gebeurt veel minder met vergelijking van diabetes mellitus type 1. 

 

Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke soort diabetes, die meteen over gaat na de bevalling. Vrouwen kunnen het krijgen vanaf de 24e week van de zwangerschap. Het medische woord voor zwangerschapsdiabetes is Diabetes 

Gravidarum. Zwangerschapshormonen verhogen tijdens de zwangerschap het bloedglucosegehalte, hierdoor kan er een hyperglykemie ontstaan. De zwangerschap kan in gevaar komen als je het niet behandeld. Vrouwen die eerst zwangerschapsdiabetes hebben gehad hebben een verhoogde kans om later Diabetes Mellitus type 2 te krijgen. 

 

 

 

Lekkende Hartklep

Een lekkende hartklep valt onder de groep hartklepaandoeningen, er zijn verschillende hartklepaandoeningen. Wij hebben het over een lekkende hartklep  dit word ook wel miralisinsufficiëntie genoemd omdat dit de Latijnse benaming is voor een lekkende hartklep. Mitralis betekend hartklep en insufficiëntie voor stoornis. Een stoornis bij een hartklep.  

  

Als een hart normaal werkt dan word het hart dan stroomt het bloed goed door het hart. De hartkleppen hebben veel te maken bij het goed door laten stromen van het bloed. Ze hartkleppen horen moeiteloos open en dicht te gaan en lekvrij te sluiten.  Bij een goed functionerend hart is het zo dat door middel van de hartkleppen het bloed in de kamer blijft en niet terugstroomt. Als het bloed terug stroomt is er sprake van een lekkende hartklep. Hierbij sluit de hartklep niet voldoende en stroomt er elke keer een beetje bloed terug. Het hart moet dan harder werken om genoeg bloed door het lichaam gepompt te krijgen.  

Door een lekkende hartklep kan een hartkamer groter worden maar ook kan de pompfunctie van het hart verzwakken.  De pompfunctie is de kracht waarmee het bloed door het hart word vervoerd. Het hart moet een hogere druk opbouwen om het bloed door de stenose heen te werken.  

 

Bij een lekkende hartklep stroomt het bloed weer terug in de verkeerde richting.  De hartkleppen kunnen zelf niet samentrekken. Er zitten namelijk geen spieren in de hartkleppen. De hartkleppen gaan open door de drukverschillen die in een hart plaatsvinden.  

 

Een lekkende hartklep komt het meeste voor aan de linker hardhelft. Dit komt omdat het bloed met een grote kracht door het lichaam word gepompt. Een hartklep heeft het aan de linkerkant van het hart zwaarder te voortduren dan aan de rechter kan van het hart.  

 

Als je last heb van een lekkende hartklep of een andere hartklepaandoening hebben mensen vaak last van een aantal klachten.  

Kortademigheid, opgezette voeten, pijn op de borst, onregelmatige hartslag, moeheid en  

duizeligheid bij inspanning 

De klachten kunnen vermoeiend zijn en veel energie kosten.