Behandeling lekkende hartklep

Problemen met de kleppen in de linkerharthelft zijn vaak ernstiger dan die in de rechterharthelft. Ze moeten eerder behandeld worden. Dit komt doordat het bloed uit de linkerkamer door het hele lichaam gepompt moet worden.

Er bestaat een bepaalde behandeling waarbij geen openhartoperatie nodig is. Dit is de Mitrilas Clip behandeling. Bij deze behandeling wordt de lekkende hartklep door een speciale clip op de mitralisklep bevestigd. De clib zorgt ervoor dat de hartklep weer beter afsluit, hierdoor verbetert de normale bloedsomloop. De behandeling is veel minder ingrijpend vergeleken met een openhartoperatie. De borstkas hoeft namelijk niet open gelegd te worden. Ook hoeft de patiënt dan niet aan een hart-longmachine te liggen. De chirurg kan met een lange flexibele geleidekatheter het hart bereiken via de liesslagader. Op die manier kan de Mitrilas Clib ingebracht worden. 

Tijdens de procedure kunnen de artsen beoordelen of de clib zijn werk goed doet. Zij kunnen de clib net zo vaak corrigeren totdat het beste resultaat is bereikt. Er wordt dan gekeken door middel van een 3D-echo of er nog bloed terug lekt. Deze behandeling vindt geheel plaats onder narcose.

 Er zijn ook medicijnen die de patiënt in kan nemen. Deze verhelpen de lekkende hartklep niet maar zorgen er wel voor dat het hart iets minder hard hoeft te werken.

Het kan ook zo zijn dat de ernst te groot is. Er moet dan een openhartoperatie plaatsvinden. Bij deze operatie kan de chirurg er voor kiezen de hartklep te vervangen of te repareren. Meestal wordt er gekozen voor het repareren van de lekkende hartklep, hiermee heb je namelijk minder complicaties.

Bij het repareren van de hartklep probeert de chirurg de klep zo goed mogelijk in de oorspronkelijke staat te brengen. Dit kan bijvoorbeeld door: het verwijderen van de verkalking, het losmaken van de vergroeide hartkleppen, het verkleinen van een uitgerekte klepring, de uitgezakte klepslippen herstellen of door het oprekken van een vernauwde klep met een ballontje. De arts kijkt per patiënt welke behandeling er nodig is. 

De chirurg kan ook kiezen voor het vervangen van de hartklep. Een arts kan dan kiezen voor een mechanische of een biologische klep.

Een openhartoperatie is een zeer ingrijpende operatie de patiënt moet vaak 7 tot 10 dagen in het ziekenhuis blijven.

 

Onderzoeken lekkende hartklep

De hartstichting doet veel onderzoeken over hartaandoeningen, zo ook over de lekkende hartklep.

Zoals u net al heeft gelezen is het dus mogelijk om de hartklep te vervangen. Helaas is de techniek nog niet zo ver dat de nieuwe hartklep voor altijd kan blijven zitten. Vooral jonge mensen met deze aandoening moeten dan dus vaker in hun leven zo’n operatie ondergaan. 

Het doel is om de hartklep van lichaamseigen materiaal te maken die dus levenslang meegaat. Het is zelfs de bedoeling dat de hartklep meegroeit bij jonge kinderen. De hartstichting doet hier al sinds 2008 onderzoek naar.

Er is al een doorbraak sinds de jaren 60 kan een hartklep namelijk vervangen worden met een zware openhartoperatie. Tegenwoordig zijn hier ook andere alternatieven voor. Er wordt dus wel altijd vooruitgang geboekt.

Behandeling diabetes

Er zijn meerder behandelingen bij diabetes die bij de verschillende type aansluiten.

Bij diabetes type 2 is het belangrijk om goed te letten op de voeding. Het is belangrijk dat de koolhydraten over de dag worden verdeeld. Iemand met diabetes moet ook opletten met de snelle suikers. Het is beter om langzame suikers over de gehele dag te verdelen. Een patiënt met diabetes mellitus type 2 kan door deze veranderingen en afvallen al voor een heel groot deel van zijn of haar diabetes af zijn. 

Als dit niet genoeg is kan er gekozen worden voor orale bloedsuikerverlagende middelen en/ of insuline. Metformine zorgt er namelijk voor dat de lever minder glucose aanmaakt. Ook remt dit de opname van glucose in de dunne darm en zorgt het ervoor dat de cellen gevoeliger worden voor insuline. Met dit medicijn kreeg je geen hypoglykemie, het is ook goed bruikbaar voor mensen met overgewicht. Veel gebruikte orale medicatie is tolbutamide, glibenclamide en gliclazide.

Sommige mensen redden het met alleen de orale medicatie, als dit niet gaat moet er overgestapt worden op insuline. De insuline kan ook in samenwerking van de orale medicatie worden gegeven.  

Bij diabetes type 1 wordt er geen orale medicatie gegeven. Het lichaam produceert namelijk geen insuline meer. Iedere zorgvrager met diabetes mellitus type 1 moet insuline spuiten. Sommige mensen hebben een insuline spuitje, zodat zij zich niet al te vaak hoeven te prikken.

Sommige mensen hebben het geluk om een pancreastransplantatie te ondergaan. Zij krijgen dan een nieuwe alvleesklier die weer insuline produceert. Deze mensen zijn dan genezen van de diabetes. Dit is de enige manier waarmee je van type 1 af kan komen.

Het derde type diabetes is zwangerschapsdiabetes. Dit geneest meestal meteen na de behandeling maar de er zijn wel behandelingen voor. De zwangere vrouw zou namelijk insuline moeten spuiten. Er wordt bij deze soort van diabetes nooit gekozen voor orale medicatie, omdat dit schade kan opleveren aan de foetus. 

Onderzoeken diabetes

Diabetes is nog een complexe ziekte waar veel onderzoek naar wordt gedaan. Er zijn een hoop complicaties waardoor patiënten hierop worden gecontroleerd.

Één van de controles die de patiënt regelmatig ondergaat is het checken van het netvlies. Er wordt dan een foto van het netvlies gemaakt. Ook wordt er onderzoek gedaan naar de voeten van de patiënten. Het is erg belangrijk namelijk zoals u al heeft gelezen dat deze geen wondjes of dergelijke hebben. 

De huisartsen van de patiënten hebben de desbetreffende patiënt aangemeld bij de Diabetesdienst. Deze dienst controleert de ziekte en de complicaties hiervan samen met de huisarts. Deze dienst roept regelmatig patiënten op voor bloedafname en onderzoeken. Dit kan om de drie maanden of jaarlijks zijn. 

Voor het afnemen van het bloed is het belangrijk dat de patiënt nuchter is. er mag dan dus niet meer gegeten, gedronken worden vanaf 23.00 uur. Water mag natuurlijk nog wel. De medicatie mag ingenomen worden na de bloedafname die ’s ochtends plaats vindt.

Bij het jaarlijkse onderzoek wordt soms alles gecontroleerd de netvlies en de voeten worden bij deze controle ook gecontroleerd. De uitslagen worden meestal doorgestuurd naar uw huisarts. De patiënt kan dan met de huisarts of de praktijkondersteuner de uitslag bespreken.

De dingen die in ieder geval worden gecontroleerd zijn de urine en het bloed. De rest zou vermeld staan in de oproepbrief die iedere patiënt persoonlijk toegestuurd krijgt.

Maak jouw eigen website met JouwWeb